Vitens uit zorgen over drinkwaterbelang onder de Omgevingswet
Meer lokale afwegingsruimte. Het is één van de voordelen die de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten biedt. Maar wat de één meer ruimte geeft, kan voor de ander juist bedreigend werken. Drinkwaterbedrijf Vitens maakt zich zorgen over het drinkwaterbelang, nu de Omgevingswet nadert.
Het voorzieningsgebied van Vitens spreidt zich uit over 110 gemeenten in Nederland. Grondwaterbronnen trekken zich van deze administratieve grenzen natuurlijk niets aan en lopen dwars door al die gemeenten heen. Ze hebben echter één ding gemeen: we moeten ze gezamenlijk beschermen tegen vervuiling. Dat is óók een taak van de gemeente’, stelt omgevingsmanager Peter Salverda van Vitens. Het drinkwaterbedrijf maakt zich zorgen of het belang van drinkwater in de ruimtelijke ordening straks niet wordt ondergesneeuwd. Voor andere, soms conflicterende gebruiksfuncties, komt onder de Omgevingswet meer ruimte.
Chemours
De casus Chemours in Dordrecht illustreert de urgentie. De fabriek gebruikt sinds 2012 de techniek GenX om plastics te maken en loosde dit in het oppervlaktewater. Als gevolg daarvan is onlangs in zes gemeenten in Zuid-Holland de giftige stof GenX in het drinkwater aangetroffen. Een stof die volgens toxicologen niet in het water mag zitten, omdat – hoe laag de gemeten concentraties ook zijn – de gevolgen voor de volksgezondheid bij langdurige blootstelling niet bekend zijn. Woon je dichtbij de fabriek is het risico groter. Staatsecretaris Dijksma bekende eerder dat de gezondheid van mensen die in de buurt van de fabriek kan zijn aangetast.
‘De kwaliteit van grondwater is de afgelopen decennia achteruitgegaan en dat komt voornamelijk door menselijke invloeden. Landbouw en industrie bijvoorbeeld. Voor de levering veilig drinkwater zijn we afhankelijk van voldoende betrouwbare bronnen en dat vraagt om ruimtelijke inpassing en passende bescherming. Niet meer dan nodig, want de ruimte in ons land is al beperkt genoeg. Maar ook zeker niet minder, want we hebben het wel over een eerste levensbehoefte’, legt Salverda uit.
Wiens verantwoordelijkheid
Hoe zit het dan precies met verantwoordelijkheden van Rijk, provincie, gemeenten en drinkwaterbedrijven? Wie doet wat? Een klein overzicht van de bestuursorganen die binnen de ruimtelijke ordening de drinkwaterbelangen afwegen tegen of afstemmen op andere gebruiksfuncties en belangen.
Rijk: Drinkwatervoorziening wordt gezien als een nationaal belang en weegt zwaar mee in de afstemming met andere nationale belangen en doelen. In Rijksstructuurvisies zoals de Ontwerp Structuurvisie Ondergrond, neemt drinkwater dan ook een belangrijke rol in. Hoewel lagere overheden en drinkwaterbedrijven voor de levering instaan, is het Rijk systeemverantwoordelijk. Tevens gaat zij over de nationale grondwaterreserves (NGR). Dit zijn extra grondwaterbronnen die gebruikt worden als een tekort aan drinkwater ontstaat door rampen, een plotseling toenemende vraag of klimaatverandering.
Provincie en waterschap: Provincies en waterschap zijn de beheerders van het grondwater. De provincies zijn verantwoordelijk voor passende bescherming van de bronnen waaruit water wordt gewonnen voor de drinkwatervoorziening. Gebiedsdossiers, waarover de provincie de regie voert, vervullen een spilfunctie hierin. In een gebiedsdossier inventariseren alle betrokken partijen (gemeente, provincie, drinkwaterbedrijf en waterschap) welke huidige en toekomstige risico's er zijn voor de waterkwaliteit en kwaliteit, per gebied. De provincie is ook verantwoordelijk voor de vergunningverlening, ontheffingen en handhaving van de milieubeschermingsgebieden voor grondwater. Deze zijn vastgelegd in de Provincale Milieu Verordening. Het waterschap is de beheerder van het hele watersysteem in het gebied, inclusief oppervlaktewater (sloten en kanalen) en grondwater.
Gemeente: In de Waterwet is de gemeentelijke zorgplicht voor grondwater opgenomen. Dit betekent dat de gemeente aanspreekbaar is voor grondwater maar het betekent niet dat de gemeente aansprakelijk is voor grondwaterproblemen.
Drinkwaterbedrijf: Het drinkwaterbedrijf is ervoor verantwoordelijk dat binnen het aangewezen gebied schoon water uit de kraan komt. Het winnen van grond- of oppervlaktewater, zuiveren en leveren aan de klant is hun verantwoordelijkheid. Voor het eindproduct gelden strenge wettelijke kwaliteitseisen. Daarnaast staat in de Kaderrichtlijn Water onder meer dat het deze moet bijdragen aan de bescherming van de bronnen tegen verontreiniging.
De duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening wordt beschouwd als een geïntegreerd onderdeel van het ruimtelijk beleid. ‘In het kader van de Omgevingswet zal een zorgvuldige ruimtelijke afweging van het drinkwaterbelang op alle niveaus het uitgangspunt blijven’, staat in de Beleidsnota Drinkwater van het Rijk. Hetzelfde geldt voor omgevingsplannen op provinciaal niveau en op gemeentelijk niveau.
RO en drinkwater: 3 schillen
Grondwater is soms wel 25 jaar of 100 jaar onderweg voordat het opgepompt wordt. Dat betekent dat de activiteiten die vandaag plaatsvinden in de leefomgeving soms pas op hele lange termijn merkbaar zijn. De manier waarop het drinkwaterbelang zich ruimtelijk vertaald houdt daar rekening mee. Strategisch asset manager Rian Kloosterman legt uit: ‘De grond direct rondom onze winputten heet het waterwingebied. Binnen dit gebied heeft het grondwater maximaal 60 dagen nodig om de filters van de winning te bereiken. In een waterwingebied mogen bijvoorbeeld alleen activiteiten plaatsvinden voor de drinkwaterproductie. Het grondwaterbeschermingsgebied ligt als een schil om het waterwingebied heen. De buitengrens wordt gevormd door de lijn, vanwaar het grondwater een periode van 25 jaar nodig heeft om de filters van de winning te bereiken. In een grondwaterbeschermingsgebied mogen geen risicovolle activiteiten plaatsvinden. Een begraafplaats, opslag van olie of gebruik van dierlijke meststoffen bijvoorbeeld’. Voor deze beide schillen gelden dus (zeer strenge) regels als het gaat om andere activiteiten dan de productie van drinkwater. Deze regels worden vastgesteld in de provinciale Omgevingsverordening en door gemeenten en provincie samen gehandhaafd.
' Activiteiten die vandaag plaatsvinden in de leefomgeving zijn soms pas op hele lange termijn merkbaar'
‘Onze zorg zit in de buitenste schil’, vervolgt Kloosterman. ‘Deze wordt gevormd door het intrekgebied. Dit gebied wordt beschermd met tenminste een 100-jaarsgrens. Vanaf de rand van deze zone doet het water er dus maximaal 100 jaar over om onze winputten te bereiken. Wat in dit gebied wel en niet is toegestaan valt onder de lokale afwegingsruimte van gemeenten. Of hier bijvoorbeeld mijnbouwactiviteiten worden toegestaan wordt afgewogen met andere belangen die spelen.’
Salverda reageert: ‘Als drinkwaterbedrijf zullen we het drinkwaterbelang bij alle 110 gemeenten onder de aandacht moeten brengen en actief moeten zoeken naar mogelijkheden om functies te versterken. Best een ingrijpende klus. Het is zowel voor ons als voor gemeenten aftasten wat het precies betekent om in je Omgevingsplan rekening te houden met drinkwater. Daar zit wel een zorg. Er zit frictie tussen de langetermijn horizon waarop wij ons bezig houden met het veilig stellen van de drinkwatervoorziening en gemeenten waarin ook allerlei andere urgentere issues spelen. De vraag is of gemeenten dat in het vizier hebben.’
Samenwerken aan drinkwater onder de Omgevingswet
Edward Stigter, beleidsdirecteur Leefomgeving van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), stelt in een artikel in Waterspiegel (juli 2017): ‘Drinkwater is geen onderwerp waar veel gemeenten voorheen erg actief mee omgingen. Maar nu moeten ze in hun Omgevingsvisie en hun Omgevingsplan opeens rekening houden met vele belangen, die ook niet altijd parallel lopen. Dat vergt van alle betrokkenen kennis en inzicht, maar vooral ook begrip en inlevingsvermogen. VNG en Vewin hebben daarom onlangs afgesproken de bestaande contacten tussen gemeenten en drinkwaterbedrijven verder te intensiveren. (..) Gemeenten moeten op het netvlies krijgen dat ze het drinkwaterbelang op een goede manier meenemen in het instrumentarium. En andersom moeten de drinkwaterbedrijven wat meer gaan snappen van hoe de Omgevingswet in elkaar steekt en hoe ze hun belang het beste kunnen behartigen.’
Daar wordt door Vitens hard aan gewerkt. Onlangs bracht het drinkwaterbedrijf een langermijnvisie op infrastructuur uit (Veerkrachtig Vooruit). De basis voor de strategie van Vitens op de integrale infrastructuur van bron tot klant. Ruimtelijke ordening speelt hierin een belangrijke rol. De deze zomer vertrokken CEO Lieve Declercq benadrukt: ‘Onze win- en beschermingsgebieden leggen een grote claim op de ruimte, die we delen met andere gebruikers en functies in het gebied. Hoe minder ruimte, hoe meer we elkaar nodig hebben. (…) De huidige tijd vraagt om een drinkwaterinfrastructuur die de ruimtelijke claim zo beperkt mogelijk houdt. We spannen ons in om de bronnen die we gebruiken zo schoon mogelijk te houden. En zoeken de synergie tussen onze opgave en die van anderen.’
Die mogelijkheden voor synergie zijn er volop, stelt Salverda. ‘Dat is ook de manier waarop het onder de Omgevingswet idealiter zou moeten gaan. Zoeken naar de manieren waarop je elkaar kunt versterken, door rekening te houden met andere belangen. Met onze activiteiten kunnen we ook een bijdrage leveren aan andere opgaven.
Dit artikel verscheen in ROmagazine en is overgenomen van Stadzaken.nl.